Interesse in seniorenwoningen groeit

Een kwart miljoen senioren is op zoek naar een geschikte ouderenwoning. Zij blijven echter zitten in hun oude woning, omdat er geen aanbod in hun buurt of gemeente is.

Dat blijkt uit nieuw onderzoek naar de woonsituatie van 65-plussers door het economisch bureau van Rabobank. De economen berekenden op basis van cijfers uit 2018 dat 40 procent van alle ruim twee miljoen 65-plus huishoudens in een huis woont dat minder geschikt is om tot op hoge leeftijd en met toenemende beperkingen te blijven wonen. Het gaat om in totaal 820.000 ouderenhuishoudens met een woning met bijvoorbeeld trappen in huis, drempels of geen toilet in de buurt van de slaapkamer.

Door de komst van nieuwe woonconcepten voor ouderen groeit wel de interesse in een seniorenwoning. Rabobank peilde dat bijna een kwart miljoen wel oren heeft naar een huis dat beter toegankelijk is als er fysieke ouderdomsproblemen ontstaan. Maar van de 75-plussers zegt bijna de helft te blijven zitten als deze nieuwe woning niet in de eigen buurt te vinden is. In 2018 wilden ongeveer 453.000 ouderenhuishoudens binnen twee jaar verhuizen, terwijl slechts 116.000 ouderenhuishoudens recentelijk bleken verhuisd.

Zo lang het lichaam gezond is, blijft wonen in de oude woning geen probleem, benadrukt Rabobank. Maar door het tekort aan geschikte seniorenwoningen is snel verhuizen lastig als die problemen ontstaan. Volgens de economen komt langdurige ziekte, een aandoening of handicap in het huishouden voor bij iets meer dan de helft van de 65-plussers die vanwege zorg of gezondheid willen verhuizen. Wonen in een huis met drempels en trappen maakt het risico op valpartijen en ongelukken groter. Ook is er meer thuiszorg nodig.

Ouderenorganisatie Anbo stelde eerder dat er momenteel zo’n 100.000 ouderenwoningen te weinig zijn. Aanpassen van een bestaande woning kost volgens de economen van Rabobank ’minder dan 10.000 euro’. Ouderen die in hun oude eengezinswoning blijven zitten, belemmeren echter wel de doorstroming voor jongere huishoudens.

Wilt u het hele onderzoek lezen? Klik hier voor het artikel van de Rabobank.