Senioren zoeken jonge huisgenoten
Senioren willen vooral in een woonomgeving wonen waar jong en oud door elkaar leven. Het delen van de tuin bijvoorbeeld vindt het merendeel van de ondervraagden geen enkel probleem. Dit blijkt uit onderzoek wat in opdracht van On(t)roerend Goed, Zilveren Kruis en Syntrus Achmea Real Estate & Finance is uitgevoerd door Kantar Public onder duizend 45-plussers. Peter Bisschop: “Opvallend is dat senioren met een bovenmodaal inkomen aangeven liever te wonen in een omgeving met gelijkgestemden. Een verschil als dit geeft al aan hoe belangrijk het is dat mensen zelf participeren in een omgeving die bij hen past. Maar voor alle deelnemers aan het onderzoek geldt dat zij behoefte hebben aan een woonomgeving waar men elkaar kent en elkaar helpt.”
Invloed op eigen woonomgeving
Peter Bisschop, partner bij On(t)roerend Goed: “Op dit moment passen de oplossingen rond wonen en zorg niet meer bij de wensen van de oudere van de toekomst. Mede door de hervorming van de langdurige zorg moeten ouderen anticiperen op langer zelfstandig wonen. Langer thuis is niet altijd langer alleen en in eigen huis. Een op de vier senioren gaat pas op zoek naar een andere woning wanneer ze niet langer in hun eigen woning kunnen functioneren. Ik vind dat dit anders moet. Daarom vind ik het belangrijk dat mensen al op tijd nadenken over hoe, waar en met wie zij ouder willen worden. Alleen dan heb je de tijd om op zoek te gaan naar een omgeving die bij je past of kun je deze samen met anderen ontwikkelen.”
Gewoon aan de keukentafel
Vitale ouderen zouden vaker met familie en vrienden het gesprek moeten voeren over hoe zij hun toekomstige woonomgeving voor zich zien. “Dat kan gewoon thuis aan de keukentafel. Stel vragen als: ‘Met wie zou je oud willen worden?’, ‘Waar zou je oud willen worden?’, ‘Hoe ziet deze woonvorm eruit?’ en ‘Welke voorzieningen wil je graag delen en welke niet?’. De antwoorden zullen voor iedereen verschillen, maar helpen zeker bij het nadenken over het toekomstige wonen. Als men nog vitaal is, dan is dat het moment waarop men nog invloed kan uitoefen op een toekomstige woonomgeving”, vertelt Peter Bisschop.
Verbindende woonomgeving
In de praktijk zijn er nu nog amper woonvormen tussen helemaal alleen wonen en het verzorgingstehuis. Meer dan de helft van de 45-plussers ziet wel toekomst in een straat, buurt of appartementencomplex waar bewoners gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de woonomgeving en betrokken zijn met elkaar, door en voor elkaar. Peter Bisschop: “Mensen hebben graag invloed op hun woonomgeving. Wanneer het om de toekomst gaat, is het niet meer dan logisch dat zij hierover willen meedenken. Het blijkt dat senioren bereid zijn te verhuizen wanneer ze invloed hebben op hun toekomstige woonomgeving.”
Highlights onderzoek
Dit onderzoek over een verbindende woonomgeving is uitgevoerd door Kantar Public (voorheen TNS NIPO) in opdracht van On(t)roerend Goed, Zilveren Kruis en Syntrus Achmea Real Estate & Finance. Het betreft een veldonderzoek dat uitgevoerd is onder 1.000 leden van het Kantar Public panel. In het onderzoek is rekening gehouden met de verdeling van respondenten op leeftijd (45-55, 55-65 en 65 en ouder), spreiding in het land, geslacht en inkomen. Daarmee geeft het een indicatie van de opinie van jonge en oudere senioren.
Men associeert een verbindende woonomgeving met: aantrekkelijke omgeving, gezellige buurt, goede faciliteiten, contact met buren, het gevoel hebben dat je niet alleen bent, sociale contacten en elkaar helpen.
- Meer dan de helft van de 45-plussers kijkt zeer tot tamelijk positief tegen een woonvorm als de verbindende woonomgeving aan
- Kleine meerderheid (eventueel) bereid om (gratis) mantelzorg te verrichten of klusjes in de eigen woonomgeving uit te voeren (gemiddeld 3,4 uur per week)
- Men zou vooral in een verbindende omgeving willen wonen met jong en oud door elkaar
- Zeven op de tien van mening dat de bewoners zélf een leidende rol moeten spelen in het vormgeven van een verbindende woonomgeving
- Meer dan drie kwart vindt het tamelijk tot zeer belangrijk om mee te denken over de inrichting van de eigen woonomgeving
- Ruim een derde zou in de (verre) toekomst bereid zijn om voor een verbindende woonomgeving te kiezen of om er naar toe te verhuizen
- Mensen zijn vooral bereid om buiten ruimte te delen, zoals tuin en binnenplaats
- Mensen met een boven modaal inkomen vinden het significant vaker belangrijk om mee te denken over de inrichting van de eigen woonomgeving dan mensen met een inkomen beneden modaal (82% versus 75%)
- Mensen met een boven modaal inkomen geven vaker aan dat ze willen wonen met gelijkgestemden (mensen met dezelfde leefstijl/interesses etc.): 34% tegenover 19% onder respondenten met een inkomen beneden modaal
Het onderzoeksrapport wordt op verzoek toegestuurd. Neem contact op met Peter Bisschop.